Zeewolf
De zeewolf is een vrij grote zeewater rondvis, uit de familie van de zeewolven en de grote orde van baarsachtigen. De zeewolf leeft op de zeebodem, op grote diepten.
Hij is grijsblauw van kleur, met donkere verticale banden over de flanken. De zeewolf heeft een witte onderhuid, die bij voorkeur wordt verwijderd bij het bereiden. Hij heeft een grote afgeronde katachtige kop met echte zware maal- en snijtanden, net als een zoogdier. Deze tanden worden trouwens eens per jaar gewisseld, wat bij vissen ongebruikelijk is. Op die manier vangt en kraakt hij moeiteloos schelp- en schaaldieren. Zeewolf kan tot anderhalve meter lang worden en tot 7kg wegen.
Er bestaan twee soorten zeewolf: de grijze (in de vismijn ook wulven genoemd) en de gevlekte (Anarhichas minor, ook tijgers genoemd). Deze zijn niet zo stevig, glazig en de filets bevatten meer water. In het Engels wordt de zeewolf soms 'catfish' (katvis) genoemd. Het Franse ‘Loup de Mer’ mag niet verward worden met de bar of ‘poisson loup’, die o.a. in de Middellandse Zee en aan de Bretoense kust en in de Noordzee gevangen wordt.
Duurzaamheid:
Er is nog geen visserij op zeewolf gecertificeerd. De duurzaamheid wordt op vandaag door de lokale besturen gemonitord.
In de keuken:
Het visvlees is mager, zeer stevig, valt niet snel uiteen én is uitstekend van smaak, waardoor de zeewolf op allerlei manieren kan klaargemaakt worden. In de keuken wordt zeewolf vaak gebruikt als vervanger van zeeduivel. Het vlees kan gebakken, gemarineerd, gepocheerd, gestoofd en geroosterd worden, maar kan ook gebruikt worden voor de bereiding van waterzooi en vissoepen. De meeste bereidingswijzen voor zeeduivel en zalm zijn ook van toepassing op zeewolf.