Zeeduivel
Zeeduivel is een zeewatervis die deel uitmaakt van de familie zeeduivelachtigen en de orde van de vinarmigen. Ze leven op zanderige, modderige, schelp- en steenachtige bodems, op 100 tot 1600 meter diepte. Daar stellen ze zich zo op, dat enkel hun grote platte bek zichtbaar is. Typisch voor de zeeduivel is de verlengde vinstraal van de rugvin, die er uitziet als een hengel met aas. Door die boven hun grote bek te houden, trekken ze hun prooien aan. Zeeduivel voedt zich dus met andere visjes. Door deze rooftechniek wordt zeeduivel in het Engels ook wel “anglerfish” of hengelaar genoemd. Verder kan je zeeduivel herkennen aan hun ineengedrukt lichaam dat in de staart versmalt. Ze hebben een grote bek met sterke kaken, waarvan hun onderkaak uitsteekt. Deze vis kan tot meer dan één meter groot worden. Zijn rug is roodbruin tot groengrijs met donkere vlekken en hij heeft een vuilwitte buik. Ongeveer 2/3 van de vis is kop, 1/3 is staart. Zeeduivel wordt ook wel lotte, staartvis of roggevreter genoemd.
Duurzaamheid:
Eén van de aspecten die belangrijk zijn om de duurzaamheid van visserij te bepalen, is de kennis van de bestanden en het beheer ervan. Ondanks het feit dat wetenschappers sinds de jaren 80 de bestanden van de zeeduivel opvolgen, zorgt de schaarse kennis van de biologie en onnauwkeurige data over visserijsterfte ervoor dat de toestand van de stocks erg moeilijk in te schatten is. Zo is de situatie van de bestanden in de Keltische Zee en de Golf van Biskaje – die het rijkst zijn aan zeeduivel – te weinig bekend. Wel is er beschikbare data die aantoont dat de bestanden sterk schommelen. Ook in de andere leefgebieden van de zeeduivel, West-Schotland, Noordzee en Noorse zee, is er weinig bekend over de toestand van de vis. Wetenschappers zien hier wel dat de reproductieve biomassa sinds 2008 daalt. Hoewel de zeeduivel niet is bedreigd, raadde men toch aan om in 2014 de vangsten te verminderen. Wat wel bekend is, is de toestand van de stock voor de Spaanse en Portugese kust. Daar wordt zeeduivel op een duurzame manier bevist. Tijdens de zomermaanden wordt zeeduivel ook in Zuid-IJsland gevangen, in combinatie met langoestines.
In de keuken:
Zeeduivel heeft wit, vast en graatloos visvlees, en is daardoor zeer populair op de Belgische markt. Het is een vis die zich leent tot alle bereidingen. Belangrijk is dat het sterke vlies rond het visvlees verwijderd wordt voor de bereiding, aangezien dit vlies taai wordt bij het garen. Zeeduivel heeft een erg fijne smaak en unieke structuur, die eigenlijk dichter aanleunt bij kalfsvlees dan bij kabeljauw. Het is een magere vissoort die erg geschikt is voor de meest hoogstaande gastronomische bereidingen.
Zijn monsterlijke kop wordt meestal afgesneden, aangezien enkel de staart gebruikt wordt voor consumptie. Die kan ook worden aangeboden als filets. Vandaar dat zeeduivel ook vaak onder de naam “staartvis” wordt verkocht.