Leng, blauwe leng en Spaanse leng

Leng

 

De gewone leng (ook wel witte leng genoemd) is veruit de bekendste lengsoort, gevolgd door de blauwe leng. De blauwe en de Spaanse leng leven in veel diepere wateren (tot meer dan 1.000 meter diep).

Blauwe leng

De blauwe leng heeft een groot verspreidingsgebied en komt voor in de Middellandse Zee, rond Scandinavië, IJsland en Groenland en tussen de Faroër en Shetland Eilanden, evenals in de Amerikaanse en Canadese wateren in de noordelijke Atlantische Oceaan.
Net als de gewone leng jaagt de blauwe leng vooral op vis en inktvis, maar eet hij ook schaaldieren. Het lijf van de blauwe ling heeft een vergelijkbare vorm als dat van de gewone leng. De belangrijkste verschillen zijn:

  • De blauwe leng heeft grotere ogen en een veel kleinere kindraad: de kindraad is korter dan de diameter van de ogen, terwijl bij de gewone leng de kindraad veel langer is dan de oogdiameter.
  • De aarsvinnen van de blauwe leng zijn langer en slanker dan die van de gewone leng.
  • Hoewel de kleur van de blauwe leng niet echt blauw is, is zijn naam waarschijnlijk afgeleid van het feit dat de blauwe leng donkerder van kleur is dan de gewone leng.
Spaanse leng

De Spaanse leng (ook wel bekend als de Mediterraanse leng) komt voor in de oostelijke Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. De Spaanse leng houdt zich in minder diep water op dan de blauwe leng, maar blijft wel ver op zee in water dat dieper is dan 50 meter, tot meer dan 1.000 meter diep.

Hij kan ruim een meter lang en ca. 9 kg zwaar worden. Zoals alle lengsoorten heeft hij een lang, aalachtig lichaam met een kleine eerste en veel langere tweede rugvin. Hij heeft een licht kleur die varieert van roodachtig tot oranje met licht spikkels, en heeft een lichtere onderkant. Beide rugvinnen, de aarsvin en de staartvin zijn zwart met witte randen. Hij heeft grote ogen, een kindraad en een bek vol kleine, scherpe tandjes. Net als de gewone en blauwe leng eet hij kleinere vissen en inktvis zowel als schaaldieren.

De Spaanse leng heeft weinig commerciële waarde en er wordt niet gericht op gevist, hoewel Spaanse leng die als bijvangst wordt gevangen wel wordt aangeland en gewoonlijk tot vismeel wordt verwerkt. De IUCN heeft deze lengsoort geclassificeerd als een soort of ‘Least Concern’.