Sportvissers gebruiken imitatie-insecten om forel te vangen: ‘fly fishing’

Fly fishing of vliegvissen

 

Forel is een populaire vis voor sportvissers, zowel in Europa als op het Amerikaanse continent. ‘Fly fishing’ of vliegvissen, waarbij een kunstmatige ‘vlieg’ als aas wordt gebruikt, is een veel gebruikte methode om forellen te vangen, die overal ter wereld wordt gebruikt.

Vliegvissen is een van de oudste hengelsportmethoden. Al zo’n twee eeuwen voor het begin van onze jaartelling gebruikte men in China vogel- en kippenveren om – op een haak, gesneden uit been – insecten na te bootsen. Deze namaakinsecten werden gebruik om karpers en zalmachtigen te vangen.

‘Fly fishing’ deed rond het midden van de 15e eeuw zijn intrede in Europa, het eerst in Groot-Brittannië. In een boek dat in 1496 in Engeland werd gepubliceerd, “The Boke of Saint Albans”, staan al instructies voor het vervaardigen van hengels, lijnen en haken en wordt advies gegeven wat voor soort ‘vliegen’ je het best kunt gebruiken in de verschillende jaargetijden.

Het vliegvissen ‘waaide over’ naar België tegen het eind van de 19e eeuw.

Vliegvissen is een zeer milieuvriendelijke tak van de sportvisserij. Er wordt geen voer of levend aas voor gebruikt, noch lood. Er zitten geen weerhaken aan de ‘vliegen’en door de manier van vissen zit de haak steeds vooraan in de bek van de vis, waardoor hij gemakkelijk te verwijderen is en de vis prima teruggezet kan worden in het water, want de meeste vliegvissers vissen ‘no kill’.

Vliegvissen