Tonijn
Er bestaan verschillende soorten tonijn, waarvan de drie bekendste de blauwvin, alalunga en de yellowfin of geelvintonijn zijn. Geelvintonijn is één van de belangrijkste tonijnachtigen die wereldwijd wordt aangevoerd. Jaarlijks wordt wereldwijd meer dan één miljoen ton per jaar gevangen. (Geelvin)tonijn maakt deel uit van de familie makreelachtigen. Deze vissoort leeft in de drie grote oceanen, waar de temperatuur tussen 20 en 30°C ligt. Ze leven in de bovenste 250 meter van de waterkolom en scholen samen volgens leeftijd en grootte. Geelvintonijn kan tot 200kg zwaar, 2 meter lang en 9 jaar oud worden, maar hun normale grootte ligt rond anderhalve meter. Geelvintonijn is, in tegenstelling tot de blauwvintonijn, nog niet met uitsterven bedreigd, maar wordt door de IUCN wel als “gevoelig” (bijna bedreigd) beoordeeld.
Geelvintonijn wordt vooral veel gebruikt in de conservenindustrie. Het is één van de meest gangbare tonijnsoorten op de Europese markt.
Duurzaamheid:
De bestanden van de geelvintonijn worden ten volle bevist. Daarom is het aangeraden om de aankoop van geelvintonijn uit de Atlantische Oceaan te vermijden, zolang de biomassa er niet is hersteld. Beter is om te kiezen voor geelvintonijn uit de Stille en Indische Oceaan, op voorwaarde dat maatregelen om bijvangst te beperken worden toegepast. Zo worden er heel wat inspanningen geleverd om de bijvangst van juvenielen (jonge tonijnen), haaien, zeeschildpadden en zeezoogdieren te verminderen.
Inmiddels is er al heel wat MSC-gecertificeerde geelvintonijn beschikbaar.
In de keuken:
Geelvintonijn vinden we vaak terug als rugstuk zonder vel of in sneden, vers of diepgevroren. Tonijn heeft een heel specifieke roze-rode kleur, een lekkere smaak en is makkelijk te bereiden. Zo kan hij gepocheerd, gebakken, gestoofd of geroosterd klaargemaakt worden. Ook omdat hij geen graten heeft wordt hij zowel door de chefs als door de consumenten zeer geprezen.